Reactie op coalitieakkoord
Namens de CDA Bestuurdersvereniging. Dit artikel is tevens verschenen in Bestuursforum, het tijdschrift voor CDA volksvertegenwoordigers en bestuurders.
Met het coalitieakkoord ’Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ en de nieuwe ministersploeg is het Kabinet Rutte IV van start gegaan. Vele bespiegelingen, reacties en analyses, zowel over de inhoud van het akkoord als over de bemensing, zijn me al voorgegaan. Maar ik wil het nu even niet hebben over een nieuwe bestuurscultuur of de afhandeling van de toeslagenaffaire. Hoe belangrijk die onderwerpen overigens ook zijn.

Inleiding
Ons Nederland is gebouwd op de lokale gemeenschappen. Gemeenschappen die ons leven vorm geven, ondersteund door gemeenten, provincies en waterschappen. In mijn (christendemocratische) opinie is het een van de kerntaken van de rijksoverheid om juist die gemeenten, provincies en waterschappen maximaal te faciliteren en te ondersteunen. Om zodoende die lokale gemeenschappen vitaal te houden en toekomstbestendig te maken.
De vraag die daarom in dit commentaar centraal staat: is deze coalitie er in geslaagd om in hun plannen het lokaal bestuur en democratie te versterken? In zijn algemeenheid biedt het coalitieakkoord voor decentrale overheden kansen. Dat is het centrale woord. En tegelijkertijd is er ook nog heel veel niet ingevuld, en kan het dus ook nog alle kanten op gaan.
Relatie Rijksoverheid — decentrale overheden moet worden versterkt
De relatie tussen de Rijksoverheid en de decentrale overheden is de afgelopen jaren verslechterd. In het gesprek over de juiste verhouding tussen taken en de bijbehorende financiering hebben deze overheden elkaar niet gevonden.
Extra financiën vanuit het Rijk kwam er maar mondjesmaat. Veel gemeenten zochten naar rigoreuze middelen om hun eigen begroting maar (meerjarig) rond te krijgen. Er werd gesneden in maatschappelijke voorzieningen, zoals zwembaden en bibliotheken en lokale lasten werden verhoogd. Ik vraag me af of de landelijke politiek dit heeft gezien. Decentrale overheden waren niet in staat om de juiste toon aan te slaan naar het Rijk toe in dit debat.
Die relatie moet worden hersteld, zo veel is duidelijk. In mijn opinie zijn er drie bewegingen nodig om de relatie te herstellen:
1) Het is van groot belang om het begrip wederkerigheid handen en voeten te geven. Niet tegenover elkaar, maar zij aan zij. Beschouw gemeenten niet als uitvoeringsorganisaties maar als een krachtige lokale democratie. Evenzeer geldt voor gemeenten en koepel- en belangenorganisaties het besef moeten groeien dat partnerschap meer betekent dan alleen eisen op tafel leggen.
2) Er is een langdurige en stabiele financiering van decentrale overheden nodig, zodat zij (minimaal vierjarig) vooruit kunnen begroten en kunnen investeren. Incidentele financiering helpt niet zolang er structurele verplichtingen tegenover staan.
3) Een noodzakelijke bezinning op de positie en versterking van het lokale bestuur en de lokale democratie is nodig om de aansluiting op de leefwereld van mensen en gemeenschappen niet te verliezen.
Financiering medeoverheden
Ten aanzien van deze bewegingen biedt het coalitieakkoord een aantal kansen. Het akkoord spreekt bijvoorbeeld over een ‘stabielere financiering voor medeoverheden en hun autonomie te vergroten’, bijvoorbeeld een groter eigen belastinggebied. Onduidelijk blijft of dit langjarige stabiliteit voor gemeenten geeft. Ook is de discussie over de herverdeling van het gemeentefonds nog niet beslecht en blijft de trap op/trap af-systematiek. Waarom is daar geen uitspraak over gedaan? Goed nieuws is dat de opschalingskorting wordt geschrapt, al is het maar voor deze kabinetsperiode.
Jeugdzorg
Ten aanzien van de financiering van de jeugdzorg is veel te zeggen. Mijn boodschap zou zijn: stop met het enkel financieel vertalen van deze problematiek. We nemen kennis van de ophef over de ‘500 miljoen’. Laten we aan de slag gaan om de jeugdzorg beter te maken, kind voor kind, gemeente voor gemeente. En waar het nodig is om zware jeugdzorg op te schalen, moet je dat doen. Geef gemeenten meer beleidsvrijheid in de uitvoering van jeugdzorg en investeer in de relatie tussen onderwijs en jeugdzorg. Een goede preventieve aanpak heeft invloed op het aantal kinderen dat in de jeugdzorg terechtkomt.
Bezinning op de positie van het lokale bestuur
Ten aanzien van het lokaal bestuur rept het coalitieakkoord over een ‘bezinning op de positie van het lokale bestuur om het toekomstbestendig te maken.’ Een mooi streven. Ik hoop en verwacht dat er integraal naar het lokaal bestuur wordt gekeken. Een enkele en beperkte beschouwing over de positie van de burgemeester levert niet de gewenste versterking op. Nee, heb dan oog voor het complexer worden van het takenpakket van gemeenten. Heb oog voor de wirwar aan regionale samenwerkingsverbanden en het gebrek aan democratische legitimatie ervan. Heb ook voor de ook op lokaal niveau onder druk staande relatie tussen inwoner en overheid. En heb oog voor de aansluiting van de lokale gemeenschappen bij het lokale bestuur.
Afsluiting
Herstel van vertrouwen en het begrip wederkerigheid handen en voeten geven. Dat is de opgave voor de komende jaren voor de Rijksoverheid en het decentrale bestuur. Het coalitieakkoord biedt kansen, al ik zie nog niet bij iedereen het gedrag wat vertrouwen vergroot of wederkerigheid versterkt. Als CDA zijn we, met onze visie op subsidiariteit, sterkte regio’s en kracht van lokale gemeenschappen juist de partij die voor de verbinding tussen overheidslagen en bestuurders moeten kunnen zorgen.
Want alleen dan kunnen we grote opgaven als het oplossen van de woningbehoefte, de (jeugd)zorg, de energietransitie oppakken. Met oog voor de lokale gemeenschap en het karakter van de regio.
Dat kan alleen als we met elkaar in gesprek blijven. Binnen en buiten de partij. Als CDA Bestuurdersvereniging willen we dat gesprek graag faciliteren en stimuleren. En we bewaken het belang van het decentrale bestuur. Daar kunt u op rekenen.
Alle goeds en zegen gewenst aan de bewindspersonen. Aan jullie de schone en belangrijke taak om ons land de nieuwe tijd in te loodsen.